Deel 15 – De Kers en vrouwelijke trainers
Sinds ik in 2008 KNVB Docent werd, heb ik ontelbaar veel trainers geholpen om de beginselen van het trainersvak aan te leren. Ik ben gestopt met tellen, maar als je per seizoen 5 á 6 cursussen wegzet met een opkomst van ca. 20 trainers per ronde en dat maal 12 (jaar), dan heb ik behoorlijk wat trainers voorbij zien komen. Vandaag de dag put ik er nog heel veel energie uit, want het geeft veel voldoening om samen met de (beginnende) trainer een nieuwe weg in te slaan. Vele ogen zijn geopend. Het resultaat is mooi, maar het ontwikkelingsproces is fantastisch om mee te maken. Ja, ik ben blij dat ik ooit de kans heb gekregen om in deze functie mijn steentje bij te dragen aan de ontwikkeling van verenigingen, trainers en spelers/speelsters. Het is niet nieuw dat ik jaren geleden ben begonnen de focus te leggen op het meisjes- en vrouwenvoetbal. Sinds de start van de Utrechtse Vrouwenvoetbal Academie krijgen we keer op keer de bevestiging dat het initiatief breed gedragen wordt. We genieten veel waardering van de meiden, maar zeker ook van de ouders. Leuk!
Kortgeleden ben ik gestart met 3 trainerscursussen bij 3 verschillende verenigingen. Goed georganiseerd kan ik wel zeggen. De randvoorwaarden zijn prima geregeld, dus de basis voor een leeromgeving is gelegd. De cursisten zijn TOP! Je merkt direct dat ze staan te popelen om aan de slag te gaan. Kennis vergaren om een betere trainer te worden. De leerbehoefte verschilt, want iedereen heeft doelen voor zichzelf gesteld. De één wilt meer kennis van hoe je kinderen nog beter kunt coachen, de ander is dringend op zoek naar handvatten om alles uit de training te halen en zo is de ander weer geïnteresseerd in hoe je omgaat met bepaalde situaties buiten de wedstrijd of training om.
Opvallend is wel dat van de ca. 45 trainers er slechts 2 van het geslacht “vrouw” zijn. Er wordt nog wel ‘ns de vergelijking gemaakt met de huismoeder die voor het eerst voor de groep staat. Ik weet 1 ding zeker; dat station zijn we allang geleden gepasseerd. Vandaag op zoek gaan naar de echte huisvrouw, is bijna hetzelfde als de zoektocht naar de Heilige Graal. De gedachte van huisvrouw past toch niet meer in onze moderne wereld? Toch krijgen verenigingen het op de één of andere manier niet voor elkaar om vrouwelijke trainers toe te voegen aan het lijstje van cursisten die staan te trappelen om een betere trainer te worden. Vreemd, want door de gesprekken die ik links en rechts voer, proef ik dat er wel degelijk belangstelling is voor een trainersopleiding.
In de loop der jaren heb ik meerdere vrouwelijke cursisten in de groep gehad. Mijn ervaring met deze doelgroep is meer dan positief te noemen. “Ze” doen het echt goed. Opdrachten maken? Geen enkel probleem. Voor de groep staan? Geweldig! Omgang met kinderen? Alsof het hun tweede natuur is. Ze doen niet onder voor hun mannelijke collega-trainers. Sterker nog; vrouwelijke trainers lijken een bepaalde gen te hebben ontwikkeld dat hen drijft om te presteren. Als ik niet beter wist zou ik bijna denken dat ze zich ten opzichte van hun mannelijke collega-trainers willen bewijzen. Nee hoor, ze bakenen datgene af wat op dat moment tot hun taak behoort en doen gewoon hun ding.
Ik hoop dat er in de toekomst meer vrouwelijke kaderleden opstaan en dat de verhoudingen meer in balans zullen zijn. In de landelijke klasse zien we de vrouwelijke trainers gelukkig steeds meer en met de groei van het vrouwenvoetbal heb ik hoop dat het aantal vrouwelijke trainers verder gaat toenemen; op welk niveau dan ook. Bij de UVVA hebben we de ambitie om de verhoudingen recht te trekken en is hier al een start mee gemaakt. Zou de clubs willen adviseren om actief campagne te voeren om meer vrouwelijke trainers te werven en op te leiden.
De Kers